Dag 2, nu wordt het spannend. Ik vertrek uit Oujda, dat is aan de Algerijnse grens en de route gaat me over de pistes naar het zuiden brengen. Maar in dit gebied liggen geen dorpen, de benzine is pas na 100 a 200 km te krijgen, de reisgidsen vertellen niets over dit gebied en ik heb ruim 700 km voor de boeg. Flink water inslaan dus, tank volgooien en maar gaan. Gelukkig zijn de pistes goed begaanbaar. De uitgestrektheid maakt grote indruk om mij, werkelijk niets of niemand te zien. En geen horizon, slechts af en toe een nomadentent. Einde van de wereld gevoel is hier te vinden.
De route loopt helemaal over pistes naar uiteindelijk Merzouga in het zuidoosten. Ik doe er 3 a 4 dagen over en aan het einde van elke dag zoek ik in het oosten een dorp op voor eten, benzine en een plek om te slapen. De dorpjes doen hier een beetje wild west aan, ze liggen in het grensgebied, er is geen begroeiing en de mensen leven volgens mij een beetje autonoom zonder veel bemoeienis van de overheid. Het leven is hier ruig en zwaar en dat is de mensen aan te zien. Ik kom in die dagen ook geen enkele europeaan tegen, laat staan motorrijders. Dit geeft me echt een 'reisgevoel', het ontdekken van nieuwe plekken en volgens mij is dit een heel puur stukje Marokko.
De pistes worden steeds zwaarder richting het zuiden. Regelmatig moet ik droge rivierbeddingen oversteken en krijg ik veel en grote kuilen en stenen te verwerken. Zowel voor mij als de Transalp is dit zwaar. De TA is net een trekker, hij rijdt overal doorheen maar het gewicht speelt me soms best parten. In de beddingen liggen veel losse stenen en stuifzand en ik kom er met moeite soms door. In deze dagen kreeg ik steeds vaker ook zand te zien en ik ontkom er niet aan dat ik soms ook stukken door het mulle zand moet omdat er geen andere mogelijkheid is. Remedie is gas blijven houden, de motor in beweging houden en z'n weg laten zoeken.