Geachte Marc en medelezers,
Hou er rekening mee dat een standaard AA-batterij niet echt 1,5 volt is maar 1,2! Dit is namelijk de standaardspanning van een enkelvoudige galvanische cel. Voor consumenten wordt deze spanning afgerond naar 1,5 V omdat dat makkelijker rekenen is.
een Led lampje die draait op 4 AA batterijen zou dus in principe 4,8 Volt zijn. Ook dit hoeft niet waar te zijn, het kan zijn dat de batterijen serieel en parallel geschakeld zijn, dus 2,4 Volt leveren. Dit zul je dus eerst moeten meten met een voltmeter. Testen kan ook, 50% kans dat het werkt, 50% kans dat je terug naar de winkel moet voor een nieuw exemplaar
Een accu levert doorgaans meer dan de spanning die erop vermeld staat, ongeveer 13,6 Volt (sommige hele goede zelfs 13,
. De laadspanning komt daar weer bovenop, die is ongeveer 14,3 volt gemiddeld (varieert). Daarbovenop heb je ook weer piekspanningen die kunnen oplopen tot 15 Volt! Een ding waar LEDs niet tegen kunnen is piekspanningen (dit komt door hun snelle respons tov gewone lampjes)
Zoals al eerder hier vermeld, is een spanningsregelaar ten zeerste aanbevolen, het liefst eentje die zo dicht mogelijk komt bij de werkelijke werkspanning van de LEDs. Dus als de lampjes op 4,8V werken, zou een 7805 regelaartje moeten volstaan. Veel beter is een 7810 met twee lampjes serieel geschakeld.
wat ook goed zou werken in het geval van 4,8V, is DRIE LED lampen serieel....
En let op met die spanningsregelaars. Deze zijn feitelijk zelf-terugkoppelende weerstanden die als spanningsdeler zijn geschakeld. En weerstanden geven warmte af. Des te hoger het verschil tussen bron en uitgansspanning, des te groter de warmte afgifte. PLUS des te hoger de stroom (2 of 3 lampjes parallel) des te VEEL hoger de warmte afgifte.
Het is dus zaak om zoveel mogelijk serieel te schakelen zodat 1) het verschil tussen bron en uitgangsspanning zo klein mogelijk blijft, 2) De stroomsterkte zo laag mogelijk blijft. Anders loop je grote kans dat de regelaar doorbrandt, Tenzij je er een koellichaam tegenaan bevestigt die in een goede luchtstroom zit.
Stroom is niet meer dan het gevolg van 2 beinvloedbare factoren. Deze twee factoren zijn spanning en weerstand. Des te hoger de spanning bij gelijkblijvende weerstand, des te hoger de stroomsterkte. Des te lager de weerstand bij gelijk blijvende spanning, des te hoger de stroom. De formule is:
U = I x R, waarbij:
U = Spanning in Volt
I = Stroomsterkte in A (Ampere)
R = Weerstand in Ohm.
De twee varianten in deze formule zijn I=U gedeeld door R, en R = U gedeeld door I.
Vermogen kun je ook berekenen , P = U x I (P = opgenomen vermogen in W (Watts))
Belangrijk is te beseffen, dat bij een verdubbeling van spanning, er een verVIERvoudiging van vermogen optreedt (Kwadratisch)
En nu kap ik ermee voordat deze ene post een hele bladzijde in beslag neemt ;D