In principe moeten verbruikers geen noemenwaardige invloed hebben op het voldoende laden van de accu, mits de 3 componenten in het laadcircuit juist functioneren [dynamo - regelaar - accu]. Your values SUCK
Slechte stekkerverbindingen kunnen door overgangsweerstand spanningsfluctuaties tot gevolg hebben - controleer ze.
- volgeladen, fitte accu: 12,6V (DC) in rust, of zelfs iets meer, gemeten direkt op de accupolen.
- laadspanning lopende motor, met dimlichten aan, tussen 14 en 15,5V max, gemeten direkt op de accupolen.
Verliesstroom in rust is normaal, echter mag maximaal 0,1 mA/h zijn. O.a. de klok heeft een continue plus, ik meen het HISS ook. Meten: zet het contact uit. Maakt de min-kabel van de accu los. Zet de multimeter in Ah-stand. Zet de plus van de multimeter op de min-kabel, en de min van de multimeter op de minpool van de accu. Je moet nu de verliesstroom kunnen aflezen. Is het verlies meer dan 0,1 mA/h, koppel de spanningsregelaar af, en meet opnieuw (een defecte diode in de regelaar kan namelijk ook stroomverlies opleveren!)
Dynamo:
Elke gele draad is afkomstig van een aparte spoel en is niet meer dan een rolletje geisoleerd draad. Op zo'n spoel mag de opgerolde draad zelf elkaar nergens raken. Dit stel je vast door de weerstand van die spoel te meten (meting 1), maar de spoelen mogen de massa naar het frame ook niet raken! (meting 2).
Meting 1). De weerstand van de spoelen ligt tussen 0,3 en 0,5 Ohm. Testen: contact is uit. Haal de stekker met de regelaar los. Zet de multimeter op weerstand (Ohm). Begin met veel weerstand, zeg 2000 of zo. Ga dan steeds een stap terug tot je in de reikwijdte komt van wat hij meet. Je meet de gele draden onderling, m.a.w. de plus v/d multimeter aan de ene gele en de min v/d multimeter aan de andere gele. Und so weiter. Alle metingen moeten ongeveer gelijk zijn. Sterk afwijkende meting, spoel stuk >>dynamo stuk.
Meting 2). Zet het contact uit. Zet de multimeter in doorgifte-stand. Je kunt dit controleren door de plus en min v/d multimeter tegen elkaar te houden: de meter geeft een piepsignaal (er is doorgifte!). Je meet elke gele draad afzonderlijk, naar massa. Er mag geen doorgifte zijn, m.a.w. geen van de rolletjes draad in de dynamo, raakt massa in het blok. Wel doorgifte naar massa bij een gele draad >> dynamo stuk.
Regelaar: regelt het afgegeven vermogen en spanning van de dynamo af, afhankelijk van de vraag (verbruik). Verder zorgen diodes in de regelaar voor a). gelijkrichten spanning (AC >> DC) en b). voorkomen verliesstroom via dynamo, in rust. Een diode is een dingetje dat o.a. zorgt dat spanning maar één kant op kan (van dynamo via regelaar naar accu en niet andersom).
Diodes meten: zet contact uit. Trek stekkers regelaar allebei los. Zet multimeter in doorgifte-stand (piepstand). Meet rood/wit naar massa. Mag geen doorgifte (sluiting) zijn. Meet ook rood/wit naar elke geel-in regelaar: zet plus multimeter op geel / zet min multimeter op rood/wit >> er is doorgifte. Andersom >> mag geen doorgifte zijn! Indien wel doorgifte, diode stuk >> regelaar stuk.
Laadspanning meten: met een multimeter in DCV-stand direkt op de accupolen. Zorg voor een volledig opgeladen, fitte accu! Zorg dat alle kabels en stekkers verbonden zijn. Start de motor, breng op bedrijfstemperatuur (accu heeft dan startverlies weer bijgeladen). Meet de DC spanning op de polen, met dimlichten aan. Deze moet dan tussen 14 en 15,5V DC max. zijn.
Bromz