Pakistan
Kilometer: 2.892 km (start: 81.089 km, eind: 83.981 km)
Totaal: 25.707 km
Route: Sost - Gilgit - Skardu - Rupal - Abbottabad - Islamabad - Peshawar - Kalam - Mardan - Islamabad - Lahore
Datum van/tot: 15 September ‘23 t/m 20 Oktober ‘23
Vervanging/reparatie:
Stefan: Nieuwe accu (slecht idee blijkt later), Nieuwe ketting (slecht idee blijkt later)
Martine: n/a
Overnachtingen:
Wildkamperen: 0
Camping: 4
Hotel: 31
Samenvatting:
Pakistan is de grootste verrassing voor ons. Het landschap is prachtig, de bergwegen geweldig, het eten lekker en de mensen enorm vriendelijk. In onze oorspronkelijke planning zouden we twee weken verblijven, maar dat is uiteindelijk (mede door langere visum tijden voor India) meer dan een maand geworden. Het land bracht elke dag wat nieuws met zich mee, vooral in de positieve zin, en ik kan pagina’s vol schrijven. Maar heb het zo goed als mogelijk geprobeerd samen te vatten.
Start Chai Tour
Deze nieuwe ochtend is anders dan de voorgaande. De zon schijnt in ons gezicht als we ongeduldig wachten op ons ontbijt. Het is cliché, maar eenmaal aangekomen in Pakistan worden we verwelkomd door een rijk palet van geuren.
We zijn, waar we later pas achter komen, bij een Quetta Cafe. Zie het als een equivalent van een bruin café maar dan voor ontbijt. Zijn oorsprong in Quetta, maar nu over het gehele land verspreid. De menu's (Chai, Parathas en Channa) en kwaliteit zijn over het gehele land hetzelfde. Vaak genoeg is het ons overkomen dat we ons best moesten doen om te kunnen betalen. Soms wilde de eigenaar geen geld aannemen omdat we te gast zijn, en soms betaalde een willekeurig andere cafébezoeker ons ontbijt.
De bakker draait behendig het deeg in gevlochten bolletjes, die hij uitrolt tot imperfecte rondjes en legt ze op een hete, met olie doordrenkte, bakplaat. Intussen borrelt de chai. Hij doet er twee eetlepels suiker bij, roomt de top af, en schenkt het met een zeef in twee mokken.
Eenmaal geserveerd, storten we ons op de Parathas, Channa en Chai. Hij komt er nog 1 brengen en we kunnen niet weigeren. Een ding is zeker: de komende maanden vormt dit verrukkelijke ontbijt de start van onze dag. Eenmaal buiten laat Martine een harde boer. “We zijn eindelijk in het beloofde land”.
Bruiloft
“Willen jullie ook een ronde dansen?” vraagt onze host ons.
We zijn uitgenodigd voor een lokale bruiloft. Dansen is integraal onderdeel van de bruiloft. En in tegenstelling tot in de EU zijn de mannen, niet de vrouwen, de performers van het feest. We aanschouwen al geruime tijd vanaf de zijlijn de moves van de Pakistaanse mannen. Van jong tot oud, ritmegevoel en swag hebben ze.
Volmondig gaat niemand van onze groep akkoord, maar we weten ook allemaal dat we er niet aan ontkomen. Onze host grijnst, ook alle vrouwen glunderen. Iedereen weet al wat er komen gaat. En zo zijn we het middelpunt van de lol van het dorp als we de danspassen proberen te imiteren. Er zijn weinig omschrijvende woorden nodig voor de belachelijkheid van ons optreden.
Plots grijpt iedereen de stokken van de koepeltent vast. Het begint hard te waaien en vanuit de bergen dalen donkere wolken op ons af. Ons dansen heeft zelfs de weergoden boos gemaakt.
Skardu
We gaan zitten op de top van de duin. Het is bewolkt. We wachten op het juiste licht om foto’s te maken. Ik voel het fijne zand tussen mijn vingers en het herinnert me aan de weg naar deze koude woestijn. De zon breekt door en straalt lichtbundels op ons gezicht.
De lichtbundels komen snel dichterbij. De tegemoetkomende auto rijdt met forse snelheid. Op zijn weghelft ligt een grote zandberg. De bestuurder ziet het te laat. Hij probeert uit te wijken, rijdt recht op mij af, en stuurt weer terug. Ik kom in de berm tot stilstand en laat mijn motor vallen. De auto knalt over de zandheuvel en vliegt door de lucht. Dwars op twee wielen komt hij tot stilstand op de weghelft tussen Martine en mij.
Door de stofwolk zie ik niets achter me. “Martine?” roep ik door de intercom. De volgende seconden lijken eeuwen te duren. “Ik ben er nog” reageert ze terwijl ze geschrokken de wolk uit komt rijden. De bestuurder start zijn auto en rijdt er snel vandoor. We zien hem nooit meer terug.
“Het licht is nu perfect!”. Martine springt op en begint driftig met foto’s te maken. Ik schrik op uit mijn gedachten. Welkom in Pakistan, het is het waard.
Pakistan - Nanga Parbat
“Ik staar er nu al een half uur naar maar zou geen weg omhoog kunnen vinden.” We aanschouwen we in alle adembenemendheid de Nanga Parbat. Met 8.126m de 9e hoogste bergtop ter wereld. Het is een behoorlijke expeditie geweest om hier überhaupt te komen: onze eerste poging vanuit Skardu over de Deosai pas (4.100m) resulteerde in een haperende motor en een sneeuwstorm. We werden verrast door een white-out die ons forceerde om te keren. Resultaat: 200 km omrijden via de Astor vallei naar de Nanga Parbat.
De berg is omgeven met wolken maar de Rupal face (niet te verwarren met RuPaul) is duidelijk zichtbaar. Stijl, onbegaanbaar, crevasses en continu zien we wolken van lawines. De Killer Mountain past precies in de ethos van het Noord Pakistaanse landschap: Alles om je te vermoorden.
We proberen ons te plaatsen in de gedachten van een alpinist. Bij de beklimming worden ze geconfronteerd met de totaliteit van hun bestaan, inclusief de dood. De statistieken liegen er niet om: 21% van alle klim pogingen blijven voor altijd op de berg. Zijn alpinisten dan opportunistisch dat zij het wel halen, of hebben ze hun lot impliciet of expliciet al geaccepteerd?
Tegelijkertijd kunnen we dit ook over onszelf reflecteren: Pakistan heeft een van het hoogste aantal verkeersongelukken en doden ter wereld. Op dagelijkse basis balanceren we op de rand van opportunisme en dagelijkse dosis van near death experiences. En zo gezien zijn we misschien toch niet zo anders dan de alpinisten.
Swat Valley 1: Trouble with Capital T
“Salam alaikum, ben jij dit?” We ontbijten met uitzicht over de bergen in de Swat vallei wanneer uit het niets een man me aanspreekt en zijn telefoon aan me geeft. In mijn eerste gedachten zijn we beroemd en verwacht ik een viral insta video van ons te zien. Bekend zijn we wel, maar niet om de redenen die we verwachten.
Hij is van het Pakistaanse leger en onze aanwezigheid in dit kleine bergdorp heeft voor de nodige reuring gezorgd. Op zijn telefoon toont hij een foto van ons en een kopie van mijn visa, beide genomen bij een controlepost twee dagen geleden. De Taliban zijn nog altijd actief in dit gebied, al is het een schim van hun aanwezigheid jaren geleden. “We zijn hier voor jullie veiligheid, dus als er wat is, zijn we in de buurt.” Hij draait zich om en verdwijnt weer in de menigte.
De afgelopen maand hebben de mensen van dit land ons met open armen verwelkomd. Geen moment hebben we echt aan onze eigen veiligheid getwijfeld. Ook de Pakistaanse overheid speelt hier een duidelijk zichtbare en onzichtbare rol in. En zo kunnen wij nagenoeg zorgeloos deze voor ons onbekende wereld verkennen.
We nemen alle gezichten in het restaurant in ons op. Als het leger zo instaat voor onze veiligheid, wie in dit restaurant dat niet? Is er echt ‘trouble with capital T’, of stijgt de main character syndrome nou te veel naar onze bol?
Pakistan - Swat Valley 2: Opgeven of juist de verstandige keuze?
Het regent al de hele dag en op de top van de bergpas ligt een dik pak sneeuw. Voor onze route moeten we deze pas over. Er is geen alternatief. Het is een steile offroad track, met krappe haarspeldbochten en grote losse stenen. Steeds meer krijgt het pad de vorm van een modderrivier. Het achterwiel verliest grip en ik val stil. We gaan traag, en het begint al laat te worden.
We zijn nog niet op het point of no return, maar hebben het point of not going forward bereikt. Het enige wat we kunnen doen is ons verlies accepteren. Missie gefaald. Maar deze geestelijke exercitie is niet voor mij weggelegd. Op zo’n moment verdwijnen alle rationele gedachten in een zwart gat, en blijft alleen woede over. Ik ben niet meer voor rede vatbaar. Alles moet het ontgelden. Wat dat betreft ben ik niets veranderd sinds dat ik een klein kind was. We draaien om. De weg naar beneden lijkt compleet anders, de moeilijkheden van omhoog rijden zijn weg en we rollen het pad met gemak naar beneden. Koppig blijf ik in mijn gedachten volhouden dat we door hadden kunnen blijven gaan naar pas omhoog.
Eenmaal terug in het dorp en Chai vinden 1 voor 1 de rationele gedachten weer hun weg terug naar mijn brein. Ik kan weer helder zien. De koude wind voelen. De berglucht ruiken. De waardering voor deze prachtige plek is weer terug.
Peshawar
Het centrum van de oude stad is zoals een oud boek: de bladeren zijn vergeeld maar de essentie is nog springlevend. De gebouwen zijn hard aan renovatie toe, maar op straat gebeurt zoveel dat mijn hersenen niet alle details tegelijk kunnen registreren.
“Nog honderd meter verder en dan zijn we bij het hotel”, hoor ik Martine door de intercom. We worden verwelkomd door een sterke melange van pepers, kurkuma en gember. Ik proest van de droge lucht die op mijn longen slaat. De Pakistaanse marktkoopmannen proberen de oorverdovende kakofonie op straat te overtreffen met hun stem. De straat wordt zo smal dat onze tassen aan beide kanten mensen, stoelen, of tegemoetkomende rickshaws raken. Ik ontwijk hem maar net sta klem. We kunnen beiden geen kant op. De ventilator van de motor blaast op volle toeren om niet oververhit te raken. Met een slakkengang arriveren we bij het hotel.
Alle hoofden op straat draaien zich naar ons toe als bron van alle commotie. We staan in de weg, maar iedereen lacht en zwaait. Buitenlandse toeristen zijn hier exotisch. Als ik de hoteleigenaar vraag of er plek is, wordt Martine omringd door een steeds groter groeiende groep geïnteresseerde Pakistanen om ons heen. Een vrouw op een grotere motor dan zij ooit hebben gereden. Geen verbreding van hun paradigma, maar een vernietiging ervan.
“Reizen jullie samen?”, vraagt een van de omstanders. Wanneer we instemmend antwoorden, reageert iedereen zichtbaar opgelucht. “Heel goed, jullie reizen Halal.”