Thailand
Kilometer: 3.066 (start: 89.030 km, eind: 92.096 km)
Totaal: 34.222 km
Route: Bangkok - Srinagarindra - Mae Sot - Umphang - Chiang Mai - Mae Hong Son - Chiang Mai - Vieng Phou Kha (Grens Laos)
Datum van/tot: 7 Januari ‘24 - 14 Februari ‘24
Vervanging/reparatie:
Stefan: Voorband, Achterband, Voorwiellagers, spanningsregelaar (meette 15.3V bij 5000 rpm, remblokken V+A, remolie V+A, Ketting (tandwielen met geen mogelijkheid gevonden), Carbs gereinigd, Kleppen nog OK, nieuwe bougies
Martine: Voorwiellager (alweer), balhoofdlager, relais brandstofpomp
Overnachtingen:
Wildkamperen: 0
Camping: 2
Hotel: 37
Samenvatting:
“Sawasdee khrap! Willen jullie thee? Warme thee? Daar doen we niet aan.”
Een meer abrupte overgang met de Chaitour van Pakistan, India en Nepal kan bijna niet. De thee is ingeruild voor een bananenshake van de straat.
Geteleporteerd van de verre recessen van de koude Himalaya naar het warme klimaat van Thailand. Al lang fantaseren we over Thailand en haar romantische en idyllische stranden. De laatste keer onderdompelen in de zee was Griekenland, 25.826 km geleden op 22 april 2023.
We ervaren een inverse cultuurschok. Thailand voelt als de Aziatische variant van de VS met Bangkok als futuristische metropool. Toerisme is in overvloed. We zijn hier weer een commodity en gaan op in de anonimiteit van de massa.
Ik probeer de letters van de menukaart te ontcijferen. De ober komt aangelopen en zijn reactie is onverwachts prompt. Hij de menukaart voor me om. Alles ondersteboven, zo voel ik me nu ook.
Boete?
“Staan blijven! Laat je rijbewijs zien!” We zijn in een Thaise politiefuik gelokt. Geen mogelijkheid om te ontsnappen. Ik weet al wat er gaat komen, treuzel met mijn portemonnee, en ik toon de agent mijn Nederlandse rijbewijs. “Je internationale”. Die hebben we nou net niet bij ons. Een kilometer door de stad rechtvaardigt voor mij niet om continu alle papieren mee te slepen. Een vriendin die mee is heeft als enige alle papieren op orde.
Terwijl de agent mijn boete uitschrijft, is Martine in felle discussie met de andere agenten. We hebben in de afgelopen maanden veel ervaring opgedaan met ambtenaren. Die resulteren vooral in badcop/badcop situaties.
Met al onze charmes proberen we de agenten te overtuigen dat onze Internationale Rijbewijzen in het hotel liggen. Ons voorstel dat onze vriendin ze ophaalt wordt geweigerd. Toch sjeest ze ervandoor. Na een kwartier komt ze met de rijbewijzen. We tonen met een grijns onze documenten en de agenten verscheuren de boete.
Wat is onze les? Geen idee. Die Internationale Rijbewijzen kostten ons een klein fortuin van 80 euro per persoon, en pas na 331 dagen wordt er een keer naar gevraagd. Dat staat in een schril contrast met de 12 euro boete. Onze reactie is dan ook meer symbolisch dan financieel. We zijn vrijgesproken van onze enige boete van het afgelopen jaar.
Route 1090
De route 1090 voert ons van Mae Sot naar een doodlopend einde bij de dichte grens met Myanmar/Burma. We slingeren de motoren over een wirwar van duizelingwekkende wegen, op en neer als een achtbaan door de steeds dichter begroeide heuvels.
Onze aanname dat er in Thailand geen offroad jungle paden te vinden zijn is snel ontkracht. Na 217 kilometer slaan we af en volgen een offroad track dieper de jungle in. De afslag van de asfaltweg opent een portaal naar een Thailand vol met jungle trails waar we geen toeristen meer tegenkomen. Omringd door kilometers aan dichte jungle, bewoond door een paar verspreide stammen en slechts bereikbaar via dit smalle modderpad. De jungle soundscapes werken hypnotiserend.
Badend in het zweet ploegen we door de jungle en bereiken Mae Chan: een gehucht met karakteristieke bamboehuizen, een tempel en een kerk. Ruige karstbergen en palmbomen vormen het decor. Vanuit het dorp kronkelen twee wegen verder. Als we de tijd hadden zouden we die tot het einde volgen. Maar het is al laat. In de schaduw van de bergen en de ondergaande zon is de warme lucht veranderd in koele vochtige lucht. We draaien om. We hebben onze “motorcyclelust” weer te pakken.
Veerpont
“Weet je zeker dat het hier is?” We rijden een dichtbegroeid pad uit en belanden bij de oevers van een meer. Volgens Google Maps meert hier de veerpont aan maar het ontbreekt aan elke vorm van infrastructuur.
Bij het lokale restaurant informeer ik en na veel handgebaren belt de eigenares de kapitein van de veerpont. “Hij komt eraan”. Geduldig wachten we bij de oever. Een half uur verstrijkt als een pick-up met twee waterbuffels arriveert. Meer gegadigden, dus het wachten zal niet lang meer duren. Pas anderhalf uur later zien we een stipje op de horizon. De gebeunde maar behoorlijk zeewaardige pont meer aan en we rijden onze motoren het dek op. Opeens komen nog een stuk of 5 andere voertuigen tevoorschijn, en we kunnen vertrekken. De schommelingen en gebrom van de motor van het schip hypnotiseert ons in slaap. Voor we het weten is de pont overgestoken en na 4 uur rijden we de oever op.
Mae hong Son loop
Een korte pauze bij een uitkijkpunt. De ondergaande zon projecteert een oranje gloed over de omringende heuvels. De hele dag genieten we van een eindeloze compositie van vloeiende s-bochten met prachtige vergezichten. De ondergaande zon in ons gezicht schudt al onze zorgen van ons af. Bijna alle dan, de Thaise honden en hun grillige gedrag terwijl ze midden op de weg liggen te zonnebaden vormen gevaarlijke situaties. "Nu we in Thailand zijn, kan ik me de Elspeth-situatie helemaal voorstellen". zegt Martine, verwijzend naar de legendarische vrouw die in 1982-1984 de wereld rondreed op haar motorfiets en een hond aanreed in Thailand.
We zien twee Thaise mannen bij het uitzichtpunt, roerloos starend naar het panorama. Een blikje bier in hun hand. Als we naderen draaien ze zich naar ons toe. Het is hun favoriete halte op hun dagelijkse woon/werk route naar Chiang Mai. Vandaag is het woensdag. Toch begrijp ik de aantrekkingskracht van hun bier deze avond. En naast al het andere, voel ik me een beetje jaloers. Ons uitzicht over de skyline van Rotterdam en de Maas is prachtig, maar onvergelijkbaar met hier.
Ze bieden ons een biertje aan, maar dat slaan we af. We moeten nog rijden. We moeten nog rijden. Zij ook. Opnieuw staren ze naar het uitkijkpunt, als een shrine om te bidden voor een behouden vaart. Ze steken een sigaret op, starten hun motor, zwaaien en rijden weg over de horizon.
Grensgebieden
In de afgelopen maanden hebben we bewust of per toeval een groot aantal grensdorpen en -gebieden bezocht.
Verschillende typologieën als gevolg van een onzichtbare lijn in het landschap die haar sporen toont. Enorme stroken niemandsland, met als pronkstuk de Wakhan Corridor als buffer tussen het oude Britse Rijk en Russische Rijk. Deze 50km strook in Afghanistan sluit Centraal Azië af van Pakistan, waardoor we 1000 km via China moesten omrijden.
Meestal volgt de grens een natuurlijke topografische lijn, behalve India en Pakistan. De grens is op een kaart getrokken, met een meter buffer tussen de grenshekken. Het meest ongemakkelijke stuk niemandsland, waar we een half uur vast stonden omdat de Indiërs de stempel van de Pakis niet accepteerden. Onze motoren bevonden zich in Pakistan, niemandsland, en India tegelijk.
Een scheidslijn die leidt tot enclaves van gevluchte etnische bevolkingsgroepen. In Thailand leeft een groep van de Karen tribe in verschillende dorpjes in de jungle, gevlucht uit Myanmar. In Noordelijke provincies van Nepal, zoals de Manang vallei, hebben Tibetanen zich gesettled. En nu zijn we beland in Ban Rak Thai, een Chinese enclave met vluchtelingen uit Yunnan tijdens het Mao tijdperk.
De aantrekkingskracht van dit kleine dorpje in de backcountry is niet de eeuwenoude opiumproductie, maar de thee. Het is niet alleen een enclave van etnische Chinezen in Thailand, maar ook van Oolong thee in een land vol met iced thee en koffie.
Na de pauze vervolgen we onze route richting de grens met Laos.